Wat ik HET interessant vind aan de combinatie van design en business is dat ZE ALLEBEI fundamenteel te maken hebben met onzekerheid, maar op compleet verschillende manieren.
In business is onzekerheid overal. Denk om te beginnen maar eens aan de toekomst, onze volgende sale, de concurrentie. Een groot deel van wat traditionele bedrijven doen, bestaat uit het wegnemen, beperken en omzeilen van onzekerheid (vaak ‘risico’ genoemd) om gezonde winst te maken. Daar zijn bedrijven goed in, en het is absoluut heel goed om te doen in veel situaties. Maar niet altijd.
‘Risico’s terugdringen’ kan een reflexmatige reactie worden, waarbij controle en zekerheid hoger gewaardeerd worden dan innovatie, en waarbij processen nieuwe ideeën lamleggen. In dit wereldbeeld is alle onzekerheid slecht. En dit kan zelfs leiden tot een situatie waarin schijnzekerheid voor waar wordt gehouden. Een businessplan voor vijf jaar? Wie o wie?
Design kent een andere aanpak, en probeert onzekerheid te gebruiken als grondstof voor nieuwe ideeën en nieuwe richtingen, waarbij een balans wordt gezocht tussen functionaliteit en (geïnformeerd) risico en onzekerheid.
Wat zou ik graag zien dat deze aanpak ook in business gemeengoed wordt.
Succesvolle startups weten dit al: ze zoeken actief de witte plekken op de kaart uit. Ze weten dat dit is waar de nieuwe ideeën vandaan zullen komen.
DE GOUDEN CIRKEL VAN ONZEKERHEID
Om hier wat meer over te weten te komen, is het cruciaal te duiken in wat onzekerheid is. Waar komt het vandaan? Een aanzet om dat te begrijpen is te erkennen dat niet alle onzekerheid hetzelfde ‘geschapen’ is. Er zijn verschillende niveaus en soorten.
Simon Sinek legt de gouden cirkel uit op TED
Een manier om hier naar te kijken is met behulp van de Gouden Cirkel van Sinek. Er is onzekerheid over ‘waarom’, ‘hoe’ en ‘wat’.
- Onzekerheid over ‘wat’ manifesteert zich vaak wanneer feiten onduidelijk zijn (of wanneer aannames als feiten worden gezien). Observeren, meten en experimenteren kan dit soort onzekerheid op een goede manier helpen beperken en onderzoeken. Een slechte manier om met dit soort onzekerheid om te gaan, zou zijn om de woorden van een autoriteit als gegeven aan te nemen, of aan te nemen dat je de waarheid al kent, zonder dit te checken.
- Onzekerheid over ‘hoe’ kan worden beperkt door prototyping, en door bijvoorbeeld een agile benadering te gebruiken in plaats van plannen. Op die manier heb je de tijd om te ontdekken wat de beste aanpak is. Slechte gewoonten bij dit soort onzekerheid zijn om het best mogelijke scenario te plannen en te streven naar efficiency terwijl je op onbekend terrein werkt. Denk hier aan softwareprojecten die (ver) over budget gaan. Iets voor de eerste keer doen verschilt fundamenteel van iets voor de duizendste keer doen, en kent een compleet andere efficiency maatstaf.
- Onzekerheid over ‘waarom’ is smaak nummer drie, vaak over het hoofd gezien of genegeerd. Dit is de onzekerheid die het onmogelijk maakt consensus te krijgen in een team, of het team bevriest in besluiteloosheid. Dit soort onzekerheid is echt killing, en het komt van binnenuit. De vorige twee soorten onzekerheid draaien om niet-perfecte kennis over de buitenwereld, deze gaat over jou. Wat moet je weten of waarover moet je het eens zijn, om je commitment in tijd, energie en resources aan een project te kunnen geven? Een goede manier om hiermee om te gaan is te werken aan je bedrijf, team en persoonlijke visie, bijvoorbeeld met gebruik van een Visie Canvas. Een slechte manier is iedereen te herinneren aan verantwoordelijkheden en verplichtingen en ze er, koste wat kost, aan te houden. Dit soort onzekerheid leren herkennen en er mee omgaan is cruciaal in elk succesvol designtraject.
MAAR ER IS MEER
Dus, drie soorten onzekerheid om over te leren, geweldig! Maar er is meer. Tot nu toe heb ik geschreven over onzekerheid die kan en moet worden beperkt. Niet alle onzekerheid valt in dat mandje.
Soms is het helemaal prima om een bron van onzekerheid wat langer te laten voortbestaan, om de noodzaak een beslissing te nemen op een of andere manier uit te stellen. Geweldige designers kunnen dat, en werken terwijl ze in hun hoofd meerdere mogelijke perspectieven open weten te houden.
Om dit te begrijpen, denk aan het designproces als een reeks beslissingen. Sommige van die beslissingen zijn triviaal (bijvoorbeeld een blauwe of rode fiets), en zullen het eindresultaat niet al te veel beïnvloeden, terwijl andere veel groter zijn (een fiets of een auto maken).
Vanuit efficiency-oogpunt lijkt het of je met de grote beslissingen moet beginnen en de kleinere voor later moet bewaren – maar je zou ook eens kunnen proberen andersom te werken. Een designer zal waarschijnlijk de grote beslissingen zo lang mogelijk open houden, zonder de deadline in gevaar te brengen, waarmee hij zichzelf de mogelijkheid geeft de beslissing met een maximum aan kennis te nemen, in plaats van te gissen. Tegelijkertijd streeft hij ernaar om het grijze gebied rond de beslissing zo grondig mogelijk te onderzoeken. Een designer laat ambiguïteit toe.
En, als je erover nadenkt, is dat ook best logisch: de soorten onzekerheid die ik hiervoor heb besproken, gaan over het weten of iets ‘waar’ is of ‘onwaar’, terwijl dit type onzekerheid verder gaat dan Booleaanse logica. Over waar en onwaar kan worden beslist door bepaalde maatstaven toe te passen. Maar als je zulke maatstaven nog niet hebt, is dat ambiguïteit.
HOE ZIT HET MET JOU?
Dus, de volgende keer dat je in een onzekere situatie zit, probeer te achterhalen waarom, en of je het moet oplossen. Waar komt het vandaan?
Door je er in te verdiepen en er mee om te gaan, zorg je dat onzekerheid geen ‘onveiligheid’ wordt.